Omdat je met een camper niet altijd op plaatsen staat waar 230 volt aanwezig is, ligt de nadruk bij campers vaak op 12 volt. Bijna alle onderdelen in een camper werken op 12 volt, bijvoorbeeld de compressorkoelkast, (led)verlichting, het toilet, de waterpomp en de ontsteking van de dieselkachel. Het grote voordeel van het gebruik van 12 volt is het lage stroomverbruik en de mogelijkheid om de voorzieningen ook onderweg of op een plek zonder stroom te kunnen gebruiken.
Omdat niet alle apparaten bij stilstand gebruikt kunnen worden op 12 volt, zijn enkele 230 volt stopcontacten meestal wenselijk. Ook om de huishoudaccu bij stilstand bij te laden met de acculader is 230 volt nodig.
230 volt in de camper op de camping
Campers zijn meestal uitgerust met een CEE invoerdoos in de wand. Hier wordt het 230 volt net van de camping op aangesloten. Na de invoerdoos splitst het systeem zich meestal in 2 richtingen: 1 naar de 230 volt verbruikers en 1 naar het 12 volt circuit.
Vanuit de invoerdoos is het 230 volt circuit meestal afgezekerd met een automatische zekering. Deze beschermt tegen kortsluiting en overbelasting. Helaas is een aardlekschakelaar meestal niet standaard ingebouwd. Een aardlekschakelaar beschermt tegen elektrocutie bij een aardingsdefect en is eenvoudig achteraf nog te installeren. Na de automatische zekering vertakt het systeem zich naar de stopcontacten en rechtstreekse gebruikers zoals de airconditioning.
12 volt in de camper
Het hart van de 12 volt installatie is de huishoudaccu, in combinatie met de acculader. Dit is de basis, maar er zijn tal van variaties mogelijk. Door gebruik te maken van een huishoudaccu is het mogelijk alle 12 volt apparatuur aan te sluiten op slechts één energiebron: de accu. De accu kan zijn voeding echter wel van diverse andere bronnen krijgen, zoals de druppellader, de dynamo, zonnepanelen, brandstofcellen of generator.